Geplaatst op

The Case for the Green New Deal

Auteur: Ann Pettifor
Uitgever: Verso Books

Ann Pettifor is directeur van Policy Research in Macroeconomics (PRIME), een netwerk van economen die onderzoek doen naar Keynesiaanse monetaire theorieën en beleid, en bestuurder of adviseur bij verschillende economische denktanks en instituten.

In haar opvatting hebben milieuactivisten het milieu te lang geïsoleerd van de economie. ‘Ze hebben oog voor alle juiste zaken – klimaatverandering, de teruglopende biodiversiteit – maar ze besteden te weinig aandacht aan wat die ontwikkelingen drijft. Het is de toename van krediet die uiteindelijk zorgt voor een toename van CO2-uitstoot. Zolang je je aandacht enkel richt op de industrie en niet op het financiële systeem daarachter los je het probleem niet op. Dat is een blinde vlek van de milieubeweging.’ Samen met een clubje geestverwanten besloot Pettifor daarom zelf op zoek te gaan naar een toekomstbestendig alternatief. Hun plan moest een antwoord bieden op zowel de economische als de ecologische crisis. Ze noemden het een ‘Green New Deal’.

De ‘Green New Deal’ is een omvattend plan om binnen een termijn van tien jaar vijf belangrijke doelen te bereiken:

  • geen uitstoot van broeikasgassen
  • de creatie van miljoenen zinvolle, goed betaalde banen
  • het investeren in een duurzame infrastructuur en industrie
  • het garanderen van schone lucht en water, gezond voedsel, toegang tot de natuur en een duurzame omgeving voor iedereen
  • het bevorderen van rechtvaardigheid en gelijkheid

Pettifor concludeert dat het grootste gevaar voor het ecologisch systeem komt van het geglobaliseerde, grotendeels ongereguleerde verlenen van krediet door de financiële sector waarbij hoge rentes gevraagdworden. Als rentetarieven hoger zijn dan de capaciteit van de aarde om zichzelf te herstellen wordt het ecosysteem schade aangebracht.

Alle democratische landen staan machteloos tegenover een globaal monetair systeem dat ‘bestuurd’ wordt door private marktkrachten. De financiële markten hebben erg weinig belang om landen te ondersteunen die afwillen van hun afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en van de organisaties die deze brandstoffen delven en distribueren.

Landen en hun regeringen zullen de controle over deze financiële markten moeten terugkrijgen zodat investeringen gaan plaatsvinden in het belang van het ecosysteem en de maatschappij als geheel. De Green New Deal pleit voor een alternatief paradigma voor de globalisering: lokalisering. Dat betekent niet dat er in het geheel geen handel zal plaatsvinden maar wel dat landen zo veel mogelijk in hun eigen behoeften voorzien. Industriële landbouw bv. die gericht is op export naar westerse landen en die één van de grootste veroorzakers is van klimaatproblemen, zal afgebouwd moeten worden.

Pettifor beargumenteert dat de internationale mobiliteit van kapitaal gereguleerd moet worden. Daarin ligt een belangrijke taak voor centrale bankiers, de poortwachters van kapitaalstromen. Financiële instellingen hebben namelijk toestemming nodig en moeten geregistreerd zijn bij de centrale bank. Dat geeft mogelijkheden tot regulering van deze instellingen bv. door het heffen van belasting op kapitaalstromen. Een dergelijke regulering kan het best plaatsvinden door internationale samenwerking en coördinatie.

Pettifor stelt dat de Green New Deal gebaseerd is op de volgende economische principes: een ‘steady-state’ economie, grenzen aan het consumentisme, zelfvoorziening,  een gemengde markteconomie, een arbeidsintensieve economie, monetaire en fiscale coördinatie en het opgeven van de illusie van eindeloze economische groei.

Voor de financiering van de Green New Deal keert Pettifor zich tegen Green Quantitative Easing en de Modern Monetary Theory. Zij stelt dat in landen met een beproefd  monetair systeem er nooit een tekort aan geld kan zijn. Een CO-2 belasting kan een belangrijke bijdrage leveren. De uitgave van staatsobligaties is ook mogelijk.

Om de macht op de financiële sector te heroveren, zal het grote publiek eerst moeten beseffen hoeveel macht we eigenlijk al hebben, betoogt Pettifor. Dat begint bij het inzicht dat een financiële sector enkel kan functioneren bij de gratie van de publieke sector. Het is dan ook zaak dit narratief steeds te blijven herhalen en mythes te ontmaskeren.

Het handboek ‘Change Finance, Not The Climate’ van het Transnational Institute is een gids hoe het financiële systeem herzien kan worden om de klimaatcrisis te stoppen. De centrale boodschap is dat leningen voor fossiele brandstoffen richting groene energie moeten gaan en dat publieke financiering en eigendom de infrastructuur voor een Green New Deal kan verschaffen. Het handboek is gratis te downloaden op https://www.tni.org/en/changefinance .


Fred Verbeek

Geplaatst op

De Grote Transitie wordt Our New Economy

Wist je dat De Grote Transitie (DGT) een project is van Our New Economy? Misschien niet en dat is ook begrijpelijk. Lang niet iedereen weet wie of wat er eigenlijk achter de Grote Transitie zit. De hoogste tijd voor een helderder verhaal en één duidelijke identiteit. Graag lichten we toe waarom we daarvoor kiezen. Het is verleidelijk om de hele historie te schetsen om dat allemaal helder te maken, maar het voornaamste punt is dat we vooruit willen naar een duidelijke identiteit en betere communicatie. Zo kunnen we samen met jou de Nieuwe Economie vormgeven en nog meer impact maken.

Wij zijn ONE

Om maar met de deur in huis te vallen: wij zijn Our New Economy (ONE). Dat is het naambordje op de deur en het is de stichting waarvoor het hele team werkt. En vanuit ONE voeren we allerlei activiteiten uit om het denken over economie in Nederland te veranderen. Dat is onze missie. We stellen ons een globale economie voor, die voorziet in goede levens voor iedereen binnen de ecologische grenzen van de Aarde, voor huidige en toekomstige generaties.

Goed om te weten

Om samen met jou aan de slag te kunnen voeren we veel activiteiten uit om onze missie te realiseren. Denk daarbij aan het ontwikkelen van onderwijsmaterialen voor docenten, het organiseren van workshop en lezingen voor actieve burgers en beleidsmaker, of het ontwikkelen en publiceren van nieuwe inzichten samen met onze Fellows. We doen dat graag samen met andere organisaties. Wetenschappers, docenten, beleidsmaker en burgers zijn expliciet uitgenodigd om mee te doen met die Nieuwe Economie.

Samen naar een Nieuwe Economie

De Grote Transitie is één van de projecten die wij vanuit ONE doen. Het is ontstaan vanuit het Platform voor Duurzame en Solidaire Economie. Via de website van De Grote Transitie informeren we iedereen over ontwikkelingen en events rondom de Nieuwe Economie. Ook willen we via de website van de Grote Transitie partijen verbinden om samen op te trekken in de transitie naar een Nieuwe Economie en daarin hebben we mooie stappen gezet.

In Nederland zijn meer organisaties actief met het verbinden van initiatieven rondom economische transities. Op dit moment ontstaat een idee voor samenwerking onder één internationale paraplu: de Wellbeing Economy Alliance (WEAll). Daar werken we vanuit Our New Economy graag aan mee; niet vasthouden aan hetgeen we zelf creëerden, maar het doel centraal stellen en samenwerken.

Daarom ONE

In plaats van De Grote Transitie ga je vanaf nu steeds vaker de naam Our New Economy (ONE) tegenkomen in onze communicatie. En via ONE houden we iedereen graag op de hoogte van de ontwikkelingen van de Wellbeing Economy beweging. We vertellen je graag over onze activiteiten op gebied van onderwijs, onderzoek en praktijk. Schrijf je zeker in op de nieuwsbrief, dan hoor je vanzelf wanneer er waardevolle workshops zijn, wanneer er lesmateriaal beschikbaar komt of wanneer een interessante spreker een presentatie houdt over een relevant onderzoek.

Onze communicatie ontvang je dus binnenkort vanuit Our New Economy (ONE). Wij zijn nog steeds dezelfde en hebben nog steeds hetzelfde doel: gezamenlijk de Nieuwe Economie vormgeven!

Geplaatst op

De Tirannie van Verdienste

Auteur: Michael Sandel
Uitgever: Ten Have

Michael Sandel is politiek filosoof aan Harvard University, USA. In de Tirannie van Verdienste levert hij stevige kritiek op het concept meritocratie dat een kenmerk zou zijn van neoliberale economieën en dat ervan uitgaat dat iedereen met gelijke capaciteiten een gelijkwaardige plaats in de maatschappij kan bereiken ongeacht achtergrondkenmerken als opleidingsniveau van de ouders en etniciteit, mits men zich daarvoor inspant. In de eerste plaats laat hij voor de USA zien dat van deze veronderstelling weinig terecht komt. Bij de topuniversiteiten is nog steeds slechts een zeer klein percentage studenten afkomstig uit de lagere klassen. Ook bij staatuniversiteiten is aantal studenten uit de lagere klassen dat opwaartse mobiliteit vertoont geringer dan op basis van het meritocratisch principe verwacht zou mogen worden. Deze sociale mobiliteit is de laatste decennia afgenomen.

In de tweede plaats veroorzaakt het idee dat de plaats die men inneemt in de maatschappij het gevolg is van de eigen verdienste bij degenen die de slechtste banen bekleden een gevoel van schaamte dat het hen niet gelukt is. Degenen die het wel lukt voelen zich daarentegen ver verheven boven de mislukten. Het meritocratisch principe brengt voor studenten uit de hoogste milieus wel een enorme competitiedrang met zich mee omdat hun ouders niet willen dat zij lager uitkomen dan zij zelf.

Sandel waarschuwt voor het groeiende verschil tussen de elite en de rest. Een te grote kloof maakt het steeds moeilijker om onszelf te zien als burgers die een gemeenschappelijk leven delen. Dat brengt schade toe aan onze democratische samenlevingen. Hij ziet in deze kloof een reden voor het opkomend populisme.

Mede door de globalisering, waardoor arbeid verplaatst is naar lagelonenlanden en de ongelijkheid binnen de USA sterk is toegenomen, is er voor de lager betaalde functies weinig maatschappelijke erkenning en waardering. Dat slaat terug op het zelfbeeld van de werknemers. De auteur pleit voor een politiek debat dat minder over de stijging op de maatschappelijke ladder moet gaan en meer over waardigheid van arbeid. Bijvoorbeeld: wat is de bijdrage aan de samenleving van degenen die werken in de reële economie in vergelijking met degenen die werken in de financiële sector op Wall Street?

Sandel hoopt dat er een samenleving kan ontstaan, waarin alle burgers, ongeacht hun economische positie, worden gerespecteerd voor de bijdragen die ze leveren aan het algemeen welzijn, of ze nu naar de universiteit zijn gegaan of niet. Waarbij alle burgers een gevoel van zelfrespect hebben, omdat ze zien dat de samenleving hen respecteert.

Hij beschrijft niet alleen hoe we tekort schieten ten opzichte van het ideaal van meritocratie, hij maakt ook duidelijk waarom het zelfs niet een wenselijk ideaal is als het niet gecombineerd wordt met het tegengaan van grote inkomensverschillen en de creatie van zinvolle, respectabele banen voor mensen met lagere opleidingen.


Fred Verbeek

Geplaatst op

Mission Economy: A Moonshot Guide to Changing Capitalism

Auteur: Mariana Mazzucato
Uitgever: Allen Lane

Marianna Mazzucato is misschien wel de meest invloedrijke econoom van dit moment en The Times noemde haar zelfs “world’s scariest economist”. Eerder schreef ze de boeken De Ondernemende Staat en De Waarde Van Alles, waarbij ze zich respectievelijk richtte op hoe overheden innoveren en hoe waarde gecreëerd wordt. Nu heeft ze een boek geschreven waarin ze haar visie op hoe onze kapitalistische economie hervormd dient te worden uiteenzet: Een Missie Economie.

In een missie economie richten we ons niet op zoveel mogelijk economische groei, maar op het bepalen van maatschappelijke missies. Voorbeelden van zulke missies zijn het aanpakken van klimaatverandering met een Green New Deal, de coronapandemie en de grote ziektes als kanker aanpakken met sterke en innovatieve zorg, of het verminderen van ongelijkheid in digitale vaardigheden en toegang tot de digitale wereld. De inspiratie komt bij de Apollo-missie naar de maan vandaan. Deze missie liet zien hoe je met een duidelijke visie en goed leiderschap het schijnbaar onmogelijke kan bereiken.

Mazzucato bouwt voort op de ideeën van evolutionaire economen en de twee bekende John’s van de economie, John Maynard Keynes en John Kenneth Galbraith. Maar wellicht nog belangrijker is dat ze inspiratie haalt uit een diverse groep vrouwelijke collega economen en denkers (waaronder Hannah Arendt, Elinor Ostrom, Kate Raworth, Stephanie Kelton, Edith Penrose en Carlota Perez). Zo schrijft zij zelf ook ‘it is to the future young women scholars and practitioners that this book is also dedicated’.

Het boek begint met een korte uiteenzetting van wat de oorzaken voor de grote maatschappelijke problemen van vandaag zijn. Ten eerste, zitten we in de problemen doordat de financiële sector niet langer de echte economie ondersteunt en daar in investeert. In plaats daarvan financiert de financiële sector vooral zichzelf. Dit heet ook wel FIRE zoals de statistische categorie voor de financiële sector en de verzekerings- en vastgoedsector heet (Finance, Insurance, and Real Estate). Ten tweede, ontstaan er veel problemen doordat bedrijven zich steeds meer zijn gaan richten op korte termijn financiële winst. Ten derde, veroorzaken vervuilende praktijken de klimaatcrisis. En tot slot, worden problemen zelden aangepakt doordat overheden traag, afwezig of timide zijn.

De achterliggende reden dat we de grote problemen van vandaag niet aanpakken is dat we verkeerde economische theorieën, ook wel mythes, aanhangen. We denken dat bedrijven waarde creëren en risico nemen, terwijl de overheid er enkel voor is om bedrijven te faciliteren en risico weg te nemen. We denken dat de overheid enkel iets moet doen als de markt faalt. Als de markt het zelf kan moet overheid niks doen. De enkele dingen die de overheid dan toch moet doen, moet ze doen alsof ze een bedrijf is. Bedrijven zijn namelijk efficiënt en overheden bureaucratisch, dus als de overheid zoveel mogelijk lijkt op een bedrijf zal dit beter zijn. Daarnaast kan het ook handig zijn om zoveel mogelijk uit te besteden. Bedrijven blijven altijd efficiënter, dus uitbesteden zal belastinggeld besparen. Tot slot, moet de overheid vooral niet dingen bepalen of beïnvloeden. Zij zal het namelijk bijna altijd aan het foute eind hebben. Het beste wat de overheid daarmee kan doen is zo neutraal mogelijk zijn en een gelijk speelveld creëren voor het innovatieve en productieve bedrijfsleven. Deze manier van denken ligt ten grondslag aan onze onkunde om de problemen van de 21e eeuw op te lossen.

De oplossing zit hem in een nieuwe manier van denken over de economie en overheid, in andere woorden een nieuwe politieke economie. In deze manier van denken erkennen we dat waarde collectief gecreëerd wordt door het bedrijfsleven, overheden en het maatschappelijk middenveld. Overheden dienen zich te richten op het vormgeven en creëren van markten die positief bijdragen aan de samenleving, niet alleen het corrigeren van markten als iets misgaat. Organisaties, privaat maar ook publiek, moeten investeren in hun dynamische bekwaamheden om effectief te kunnen experimenteren en leren in een onzekere wereld. Financiering dient geduldig te zijn en gericht te worden op de beoogde doelen en uitkomsten. De huidige obsessieve focus op overheidsschulden en tekorten en de vraag ‘maar hoe betalen we dat’, moeten we achterlaten. Naast de risico’s en kosten, moeten nu ook de opbrengsten gesocialiseerd worden. Een eerlijke verdeling moeten we realiseren, niet door meer te herverdelen achteraf, maar door de marktuitkomsten zelf eerlijker te maken door mensen fatsoenlijk te belonen voor het werk dat zij doen en collectieve vermogensstructuren op te bouwen. Bedrijven dienen bestuurd te worden met een betekenisvol doel door alle belanghebbenden. Dus naast de aandeelhouders, moeten ook de werknemers, consumenten, de lokale gemeenschap, de bredere samenleving, natuur en aarde, mee bepalen hoe dingen gaan. De interactie tussen bedrijven en overheden dient symbiotisch, elkaar versterkend, te worden, in plaats van de huidige parasitische publiek-private ‘samenwerkingen’, waarbij het juist ten koste van de ander gaat. En tot slot, dienen burgers actief te participeren bij het vormgeven van onze economie en kiezen van maatschappelijke missies, bijvoorbeeld door middel van burgerraden.

Verschillende landen, zoals het Verenigd Koninkrijk, Zuid Africa, Brazilië en Italië, en internationale organisaties, zoals de Europese Unie, de OESO en de Verenigde Naties, maken al gebruik van Mazzucato adviezen en inzichten, en met dit boek zal haar invloed ongetwijfeld nog groter worden. Een inspirerende econoom om te blijven volgen.


Sam de Muijnck

Geplaatst op

17 maart: Over eigendom in een gezonde onderneming

Nieuwe Economie in het hoger onderwijs. In een serie van 8 workshops krijg je als docent of lectoren inspiratie aangereikt voor de Nieuwe Economie in jouw vakgebied.
Er is op dit moment veel gaande in het hoger onderwijs in Nederland. Circulair economy, meervoudige waardecreatie, sustainable finance, new finance, business innovation, purpose economy, … en nog veel meer. Volg de hele serie of precies die workshop die jouw aanspreekt.

De workshop op 17 maart 2021 16:00-17:30

De toepassing van het eigendomsrecht is de belangrijkste sleutel naar gezonde bedrijfsstructuren enerzijds, en een (nieuwe) economie gebaseerd op wederkerigheid, anderzijds. Kate Raworth heeft het óók al gezegd; de rol van eigendom als één van de vijf meest essentiële sleutels richting de Donuteconomie.

Deze workshop reikt ideeën aan om een aantal zeer typische maatschappelijke problemen in geheel nieuw licht te zien en geeft ruimte voor een nieuw handelingsperspectief en materiaal voor studenten.

Jennifer zal, aan de hand van visualisaties in sneltreinvaart alle aspecten van eigendom op hoofdzaken belichten:

  • Korte inleiding over eigendom vanuit historisch perspectief naar de huidige economie
  • De rol van eigendom aan de hand van voorbeelden van bestaande bedrijven in Nederland
  • Een aantal eigendomsmodellen op een rijtje, de verbinding van eigenaarschap met ondernemerschap (van het huidige kapitalistische aandeelhoudermodel, via mede-eigenaarschap naar steward-ownership structuren)
  • Eigendom in relatie tot de andere vier belangrijkste sleutels van de Donuteconomie (purpose, governance, stakeholders, finance)
  • Hoe kunnen de business cases eruitzien als ze steward-owned zouden zijn?

Over Jennifer Benson

Jennifer is oprichter van The New Business as Usual. Zij is ondernemer, spreker en inspirator en ze ondersteunt ondernemers in het ontwikkelen van gezonde bedrijfsstructuren.

Download impressie van de presentatie van Jennifer:

Inspiratie voor docenten en lectoren

We gaan jou inspireren met een serie toegankelijk (online) en interactieve workshops. Er is gelegenheid tot netwerken en je krijgt de meest recente inzichten van front-runners. Een heleboel gratis inspiratie voor jouw onderwijsprogramma.

Geplaatst op

Terugblik 5 maart: De TransitieMotor – Onzekerheid over werk en wonen

In dit transitiegesprek, dat De TransitieMotor in samenwerking met ONE organiseerde, gingen we in op de betaalbaarheid van de basisbehoeften in Nederland. Hoe goed is die en kunnen we het verbeteren?

Het thema van deze bijeenkomst was inkomen en betaalbare basisbehoeften. Een breed onderwerp, dus we zoomden in op de groepen die het moeilijk hebben (of krijgen), op inkomen uit arbeid en op (de kosten van) wonen.

Programma 15-17 uur

Op het programma stonden 4 pitches van deskundigen over de essentie van de problematiek. De gesprekken in groepen zijn niet opgenomen, maar de resultaten met oplossingsrichtingen en handelingsperspectief zijn wel beschikbaar.

Justine Feitsma (CNV Jongeren, Coalitie-Y) spreekt over de problematiek van jongeren op de woningmarkt en arbeidsmarkt

Sanne Lamers (Nibud) spreekt over ontoereikende vangnetten (SDG 1) en over kwetsbare groepen (qua inkomen en kosten van basisbehoeften)

Hendrik Noten (zelfstandig onderzoeker en auteur ‘Fantoomgroei’) praat ons bij over inkomen uit onzekere arbeid (SDG 8)

Peter Boelhouwer (TU Delft) bespreekt de betaalbaarheid van wonen (SDG 10).

Tussendoor gaan deelnemers in groepen uiteen om te komen tot handelingsperspectief. De terugkoppeling daarop:

Geplaatst op

25 februari: De transitie naar een duurzaam Nederland

De huidige COVID-19-crisis heeft de economie en de samenleving bevroren. Wetenschappers, marktleiders en beleidsmakers pleiten voor een toekomstbestendig herstel. Het momentum om over te schakelen naar een duurzame en meer inclusieve samenleving is nu! De wereld verkeert in rep en roer. Het politieke klimaat verandert en er worden duurzame, sociale en veerkrachtigere economische ideeën geopperd. Maar hoe bereik je dit en hoe herstellen we het vertrouwen in onze samenleving?

Gids voor de toekomst

We hebben de dag samengevat in een Gids voor de Toekomst en je vindt hieronder alle videoregistraties van deze middag!

Download het verslag hier. Je vindt hierin ook alle aanbevelingen aan de politiek.

De vraag is: wat kunnen politici doen om de transitie te versnellen?

In een open openbare sessie laten drie sprekers uit de wetenschap de noodsituaties en kansen vanuit een Nederlands perspectief zien. Recente ontwikkelingen worden gerapporteerd in zeven pitches van innovators, ondernemers en experts die hun ideeën of praktijk presenteren. Wat hebben zij nodig van de politiek om te kunnen opschalen naar systemische verandering? Alle bijdragen resulteren in praktische aanbevelingen voor politici om de omslag naar een duurzaam land te maken.

Kijk het colloquium terug

Welkom

Welkom bij de Vrije Universiteit Amsterdam. Mijn naam is Marcel Nollen. Ik ben lid van het college van bestuur van de prachtige universiteit waar u vandaag te gast bent. Helaas kunnen we elkaar niet de hand schudden, maar we hopen dat in de nabije toekomst alsnog in goede gezondheid te kunnen doen. U gaat de komende anderhalf uur in dit colloquium kijken naar een aantal prikkelende presentaties, gesprekken en discussies over de transitie die we moeten maken om Nederland duurzaam te maken en hoe de politiek daar meer urgentie aan moet geven. Als bestuurder van een onderwijsinstelling kan ik niet genoeg benadrukken hoe belangrijk onze studenten de transitie naar een duurzaam Nederland vinden.

Introductie van dit colloquium

Een introductie door Sjoerd Kluiving (VU Amsterdam / ASI) van dit open colloquium om de Nederlandse politiek duidelijk te maken wat er nodig is om de noodzakelijke transitie te versnellen.

Transitie in Nederland: wat hebben we nodig van politici?

Transitie in Nederland: wat hebben we nodig van politici? Hoe gaan we dit doen? Een presentatie van Derk Loorbach (Erasmus Universiteit/DRIFT)

Wat moeten we ons voorstellen bij de nieuwe economie?

Wat moeten we ons voorstellen bij de nieuwe economie? Een presentatie van Sam de Muijnck (Our New Economy)

Transitie is niet alleen nu & hier maar ook daar & straks

Transitie is niet alleen nu & hier maar ook daar en straks: global, fair and just! Een presentatie van Francine Mestrum (universiteiten van Antwerpen en Gent)


Aansluitend 7 pitches van 2 minuten


Nederland Zorgt Voor Elkaar

Jurgen van der Heijden: Nederland Zorgt Voor Elkaar is een bottom up aanpak van zorg, past bij TransitieMotor Pad 5. Vernieuwing van onderwijs en zorg, wat kan de politiek daaraan bijdragen?

De Fruitmotor

Hilde Engels: De Fruitmotor als voorbeeld van een duurzaam businessmodel én voedselsysteem, past bij TransitieMotor Pad 3. Duurzame businessmodellen en voedselsystemen, wat kan de politiek daaraan bijdragen?

Commonland faciliteert natuurherstel

Pieter Ploeg: Commonland regenereert natuur, past bij TransitieMotor Pad 9. Zorg voor natuur en biodiversiteit, wat kan de politiek daaraan bijdragen?

Verduurzaam de democratie: organiseer burgerberaden

Eva Rovers: Het burgerberaad werpt een nieuw perspectief op onze democratie, past bij TransitieMotor Pad 6. Gelijkheid en participatie, wat kan de politiek daaraan bijdragen?

De digitale publieke ruimte

Socrates Schouten: Waag verkent de sociale en culturele impact van nieuwe technologieën, past bij TransitieMotor Pad 10. Naar een open en veilige maatschappij, wat kan de politiek daaraan bijdragen?

Coöperatie Grunneger Power

Marieke Wiersma: Zonnige Doener werkt aan de energietransitie, past bij TransitieMotor pad 8. Duurzame energie & mobiliteit, wat kan de politiek daar aan bijdragen?

Bij de ecologische transitie horen vaste banen
en professionele autonomie

Alfred Kleinknecht: publiceert over arbeid en bestaanszekerheid, past bij TransitieMotor pad 4. Waardering van arbeid en basisbehoeften, wat kan de politiek daaraan bijdragen?

De Gouden Kooi

De gouden kooi – een kort interview met Anouk Creusen (75inq.com) door Maarten Nijman (Our New Economy)

De Jonge Klimaatbeweging loopt voorop in de transitie

Reflectie op alle pitches in een kort gesprek met Werner Schouten (vz. de jonge klimaatbeweging). Hij roept iedereen op om mee te doen aan het Klimaat Alarm op 14 maart.

Een duurzaam regeerakkoord

Tot slot de overhandiging van de resultaten van dit colloquium aan Ivy de Bruin, campagneleider bij SDG Nederland voor de campagne: Een Duurzaam Regeerakkoord!


Dit colloquium was onderdeel van de On Sustainability Conferentie met keynote sprekers als Christian Felber, Ilona Otto, Marjan Minnesma en Diederik Samsom.

Een online colloquium georganiseerd door de VU ASI in samenwerking met Our New Economy, SDG Nederland, Het Groene Brein, Springtij en Drift.

Geplaatst op

19 februari: De TransitieMotor – Vermogen en Macht

In dit transitiegesprek, dat De TransitieMotor in samenwerking met ONE organiseert, gaan we in op het verminderen van ongelijkheid, specifiek de vermogensongelijkheid in Nederland. Die is in internationaal perspectief hoog en dat heeft grote gevolgen. Wat kunnen we doen?

Ongelijkheid

Nederland wordt vaak gezien en gepresenteerd als een egalitair land met relatief kleine verschillen en ongelijkheden. Dat beeld is niet volledig, aangezien vermogensongelijkheid internationaal gezien relatief hoog is. De rijkste 1% bezit ongeveer één derde van het Nederlandse private vermogen en de rijkste 0,1% zo’n 16% (bron: ESB, zie literatuur onderaan). Deze ongelijkheid heeft verschillende negatieve gevolgen voor de samenleving, het milieu en de democratie.

Machtsverhoudingen

Er is een groeiende consensus dat grote ongelijkheid onwenselijk is en dat hier iets aan gedaan moet worden door middel van bijvoorbeeld meer belasting op vermogen en minder op arbeid. Economische en politieke macht staan echter niet los van elkaar en zo hebben rijke groepen doorgaans meer politieke invloed dan de middenklasse en lagere sociaaleconomische groepen. Politieke actie om ongelijkheid flink te verminderen vereist daarom dat tegenmachten gemobiliseerd worden. Vandaar dat vraag is: wat is nodig om machtsverhoudingen te verschuiven en een eerlijker systeem te creëren?

Verbinding vinden

In dit transitiegesprek brengen we mensen samen die deze thema’s (willen) aanpakken. Het is bedoeld voor geïnteresseerden, betrokkenen vanuit organisaties en initiatieven die over dit onderwerp inhoudelijk, maar vooral ook strategisch, verbinding willen vinden.

Informatie en programma

Op het programma staan presentaties van en interviews met deskundigen uit de academische wereld, maatschappelijk middenveld en ondernemers:

  • Vermogensongelijkheid in Nederland
    Wiemer Salverda (UvA)
  • Politieke vertegenwoordiging en ongelijkheid
    Wouter Schakel (Universiteit Leiden)
  • Maatschappelijk middenveld als tegenmacht
    Tuur Elzinga (FNV)
  • Historisch perspectief op ondernemingseigendom en de spelregels
    Jennifer Benson (The New Business as Usual)
  • Alternatieve vorm van bezit en ondernemen
    Hans van den Broek (Sleipnircoöperatie)
Geplaatst op

Kapitaal in de 21ste eeuw

Auteur: Thomas Piketty
Uitgever: De Bezige Bij (2014)

Thomas Pikettys boek Kapitaal in de 21ste eeuw levert belangrijke nieuwe inzichten over de werking van kapitalistische economieën. Met name de constatering dat de rijken rijker worden doet in 2014 veel stof opwaaien.

Vermogensconcentratie

Wat de financiële crisis van 2007 en de reële crisis van de jaren daarna niet is gelukt is door het boek van Piketty in 2014 op de agenda gezet. Het is niet de eerste keer dat indringend aangetoond wordt dat de rijken steeds rijker worden en dat we met de toepassing van de neoliberale economische uitgangspunten de vermogensconcentratie enorm bevorderd hebben.

De centrale stelling van het boek is samengevat in de formule r > g: het netto rendement r op vermogen (rente, dividend en andere rendementen na aftrek van belastingen) is in de recente geschiedenis hoger geweest dan de economische groei g. In de door Piketty bestudeerde periode schommelt r meestal ergens tussen de vier en vijf procent, terwijl de groei g voor het grootste deel van de geschiedenis beneden de één procent is geweest. De formule r > g heeft tot gevolg dat de rijken rijker worden, zowel absoluut als relatief. Dit blijkt uit het feit dat het aandeel van arbeid in het nationaal inkomen daalt ten opzichte van het aandeel van kapitaal. Omdat bovendien de spaarquote hoger is voor grotere vermogens (rijke mensen geven een kleiner deel van hun geld uit aan consumptie) neemt de ongelijkheid tussen de vermogensbezitters nog sterker toe.

Uitzondering op de regel r > g

De historische uitzondering op de regel r > g is de periode vanaf ca. de Eerste Wereldoorlog. Het vermogensrendement is in deze periode sterk gedaald door een aantal factoren, waaronder de kapitaalvernietiging in de beide wereldoorlogen en de belastingen die overheden oplegden om die oorlogen mee te bekostigen. De groei steeg tegelijkertijd, met name door een explosieve bevolkingsgroei, die tegelijk het vermogen nivelleerde: meer kinderen per gezin houdt een deling van erfenissen in. De uitzonderlijke situatie van de twintigste eeuw, betoogt Piketty, is ten onrechte aangezien voor een wetmatigheid (de Kuznetscurve) en dit beeld is ook al aan het verdwijnen. Voor de eenentwintigste eeuw voorspelt hij een r van ongeveer 5%, een g eerder rond de 1,5%.

Rijken worden Rijker in de 21ste eeuw

Op de lange termijn leidt dit volgens Piketty tot een concentratie van rijkdom in de handen van zeer weinigen en tot economische instabiliteit. Dit effect is inherent aan het kapitalisme, en kan volgens Piketty enkel door overheidsingrijpen worden tegengegaan. Piketty pleit in dit boek voor een wereldwijde progressieve vermogensbelasting van tot 2%, gecombineerd met een progressieve inkomstenbelasting tot 80%.

Het is interessant op te merken dat in zijn nieuwe boek, Kapitaal en Ideologie, Piketty veel verder gaat, met progressieve jaarlijkse vermogensbelastingen van 0,1% tot wel 90% voor wie 10000 keer het gemiddelde vermogen bezit, hetgeen erop neerkomt dat “ze onmiddellijk hun vermogen door tien moeten delen”.

Een vergeten kapitaal

Eerder schreef John Huige een uitgebreide review op de site het het platform DSE. Door de grote nadruk in het boek van Piketty op vermogensconcentratie en de nefaste gevolgen voor de maatschappij wordt te snel voorbij gegaan aan de steeds verslechterende positie van een belangrijk onderdeel van Piketty’s kapitaalbegrip: het natuurlijk kapitaal.


Maarten Nijman

Geplaatst op

23 dingen die ze je niet vertellen over het kapitalisme

Auteur: Ha-Joon Chang
Uitgever: Nieuw Amsterdam Uitgevers (2010)

Van een boek met zo’n titel zou je wellicht verwachten dat het een grote tirade tegen het kapitalisme is, maar dat valt mee (of tegen, net wat jouw standpunt ook is). Het boek is geen antikapitalistisch manifest. Het is wel stevige en vrij goed onderbouwde kritiek op het vrijemarktkapitalisme.

Het voert te ver om in deze samenvatting alle 23 ‘dingen’ te behandelen die Chang als verbeterpunt opvoert. Een paar interessante willen we je graag meegeven.

Ding 1: De vrije markt bestaat helemaal niet

Het eerste ding dat ons niet wordt verteld over kapitalisme is wel een essentieel inzicht. Menig bestuurder in Nederland rept regelmatig over een beperking van overheidsingrijpen, want “de vrije markt”. Toch maakt Chang al snel duidelijk dat er allerlei wetten en regels zijn die deze vrije markt begrenzen. En dat zijn regels waar we eigenlijk heel blij mee zijn. Denk aan regels en wetten met betrekking tot kinderarbeid, immigratie, drugs- en wapenhandel en arbeidsvoorwaarden.

Ding 20: Gelijke kansen zijn misschien niet eerlijk

We slaan er even een paar over. Chang zegt bij ding 20 dat gelijkheid van kansen alleen niet genoeg is. Volgens hem moeten er een ondergrens zijn in de vorm van bestaanszekerheid, zoals minimumloon, onderwijs of gezondheidszorg. Pas als je die voorwaarden organiseert, is er sprake gelijk(er) kansen voor mensen in verschillende leefomstandigheden.

Andere dingen

En zo zijn er nog veel meer dingen, inderdaad 23, om over na te denken. Zoals de constatering dat de Verenigde Staten niet de hoogste levensstandaard ter wereld heeft (het ligt er maar net aan wat je meet), of dat meer onderwijs alleen een land niet rijker maakt. En wat te denken van de constatering dat wat goed is voor General Motors niet per se goed is voor de Verenigde Staten.

Op de voorpagina van het Nederlandstalige boek staat “Chang weet elk idee dat wij over economie hebben op z’n kop te zetten”. En dat is natuurlijk een warme aanbeveling om dit boek te lezen!


Maarten Nijman