Geplaatst op

16 juni: “Nieuwe tijden vragen om een nieuwe economie”

THRIVe – fundamentals for a new economy.

Nieuwe Economie in het hoger onderwijs. In een serie van 8 workshops krijg je als docent of lectoren inspiratie aangereikt voor de Nieuwe Economie in jouw vakgebied.
Er is op dit moment veel gaande in het hoger onderwijs in Nederland. Circulair economy, meervoudige waardecreatie, sustainable finance, new finance, business innovation, purpose economy, … en nog veel meer. Volg de hele serie of precies die workshop die jouw aanspreekt.

(let op – we werken vanaf nu met aanmelding)

Nieuwe economie, wat wordt de volgende stap? Op 16 juni 2021 16:00-17:30

Studenten economie, finance en control of accounting worden tot op de dag van vandaag hoofdzakelijk opgeleid in de Neoklassieke economie. De wereld staat voor grote uitdagingen en de theorie van gisteren bereidt ons niet goed voor op de wereld van morgen. Kunnen wij voortborduren op het werk van pluralisten, zoals Rethinking Economics? Kees Klomp richt zich op de betekeniseconomie en werkt zo aan een nieuw narratief. Kees zoekt naar antwoorden om te kunnen omgaan met de nieuwe situatie. Hoe kunnen we nu de volgende stap zetten?

Een paradigmashift

Klimaatcrisis, biodiversiteitsverlies, sociale en economische ongelijkheid, … Het is een greep uit een reeks essentiële bedreigingen. We zien dat voorlopers in de economische wetenschap al aan de slag zijn en dat deze economen de paradigmashift al vormgeven. De enorme uitdagingen vraagt dat we niet alleen naar een nieuwe theorie kijken voor de economen, maar naar een nieuwe positie van het hele vakgebied van de economie als wetenschap. In de betekeniseconomie ligt het domein van de econoom ingebed tussen ecologie, sociologie en andere wetenschappen.

In de mixer

Kees schrijft op dit moment samen met Shinta Oosterwaal aan het boek THRIVe. Hierin schrijft hij over de fundamenten voor de nieuwe economie. De betekeniseconomie is gebaseerd op een brede set aan ideeën. Denk aan Doughnut economy, Wellbeing economy, Degrowth, Economy of the Commons Goods, Regenerative Economics en nog veel meer. Stel, je stopt dit in de mixer. Wat komt daar uit? Deze ideeën gaan een radicale stap verder dan de wetmatigheden van de huidige stroming. Er ontstaat een nieuw narratief uit deze mix: door het verweven van deze verhalen. Het nieuwe dat er ontstaat kun je ook wel Existential Economics noemen.

Van denken naar doen

Kees kijkt naar ondernemers in de economie, maar ook naar de macro-economische uitdagingen van dit nieuwe denken: van bouwvakker tot democratie, er moet veel veranderen in deze paradigmawisseling. De antwoorden liggen op tafel en worden door een reeks nieuwe economen aangereikt.

Inschrijven

Schrijf je in en je ontvangt de zoomlink voor deze bijeenkomst.

[formidable id=”13″]

Een workshop verzorgd door Kees Klomp (Lector aan de Hogeschool Rotterdam, Betekenis Economie, Reinventing Economics & Business, Impact)

Inspiratie voor docenten en lectoren

We willen je graag inspireren met een serie toegankelijk (online) en interactieve workshops. Er is gelegenheid tot netwerken en je krijgt de meest recente inzichten van front-runners. Een heleboel gratis inspiratie voor jouw onderwijsprogramma.

Geplaatst op

Renewing the welfare state

( Nederland onderaan)

Sam de Muijnck is chief economist of Our New Economy and chairman of the Think Tank of young economists of the Future Markets Consultation led by former Dutch Prime Minister prof. Jan Peter Balkenende and prof. Govert Buijs. In a new report he argues a combination of extended basic services, a job guarantee and benefits-as-a-right seems most promising. 

On April 29th 7 pm (CET), he presented the report, followed by a panel discussion of proponents of the various ideas.

The right mix of ensuring jobs, income and services

Over the last year the welfare state has been at the core of public debates as the coronavirus pandemic revealed existing weaknesses and required additional support for people. One idea in particular, namely unconditional universal basic income, has gotten a lot of attention. Nevertheless, this report argues that this is not the most promising social policy option. While such policy would reduce poverty and inequality, and improve the bargaining power and freedom of workers, it would generate a troublesome paradox. On the one hand, it would require an significant increase in government taxes – of about 25% of GDP in Europe -, or alternatively, cuts in existing public services. And on the other hand, it would strengthen market individualism, as it would provide people with money they can consume
or invest according to their preferences.

Therefore, this report argues that other, more targeted policies are preferable. But rather than advocating another ‘silver bullet solution’, this report argues that innovative policy combinations, in which individual policies strengthen and complement each other, are more desirable. More specifically, it argues that a combination of extended basic services, a job guarantee and benefits as rights seems most promising.

Similar to unconditional universal basic income, these policies help reduce poverty and inequality, and improve the bargaining power and freedom of citizens and workers. In contrast to basic income, they, however, do not lead to more market individualism. Instead they strengthen social cohesion, as they are based on the reciprocal principle of enabling everyone to contribute to and benefit from the common good.

Furthermore, these policies have some additional advantages. While it is unclear whether an unconditional universal basic income would enable people to effectively meet their needs through the market, public provision has proven to be effective in providing universal access to basic services. Similarly, while fiscal stimuli and other job programs have been effective in reducing involuntary unemployment, they have not been able to eliminate it. A job guarantee, on the other hand, would be able to do so, thus providing the otherwise unemployed not only with income, but also with regular activity, time structure, social contact, a sense of purpose, status and identity. Additionally, the policies suggested would improve economic productivity as they help build and maintain ‘human capital’.

The policies would also have important ecological implications as they would contribute to a ‘just transition’. A job guarantee would create ‘green’ jobs, but more importantly reduce the need for economic growth to create jobs. Additionally, extended public services would increase human wellbeing without increased pollution, showing that the two do not have to
be connected.

And finally, while being ambitious, these policies would be fiscally feasible. Extended basic services are estimated to require additional public investment of about 4% of GDP. A job guarantee is estimated to cost 1 to 2% of GDP – although it could be budget neutral by decreasing other social costs and public expenses, including less punitive and restrictive
benefits. The policy mix could be financed through (higher) taxes on (net) wealth, land, data, inheritance, unhealthy consumption, financial transactions and pollution as these would contribute to making the economy more stable, fair, and sustainable.

This project and event is a collaboration between Our New Economy (ONE), Sustainable Finance Lab (SFL) & Moral Markets and is funded by the Goldschmeding Foundation and Templeton World Charity Foundation, Inc. 

De juiste mix van banen, inkomen en diensten

Sam de Muijnck is hoofdeconoom bij Our New Economy (ONE) en voorzitter van de denktank van jonge economen bij de Future Markets Consultation geleid door voormalig minister-president prof. Jan Peter Balkenende en prof. Govert Buijs. In een nieuw rapport beargumenteert hij dat een combinatie van een uitgebreide vorm van basisdienstverlening, baanzekerheid en benefits-as-a-right als de oplossing met het grootste potentieel.

Op 29 april om 19:00 (CET) presenteerde Sam zijn rapport, gevolgd door een paneldiscussie met voorstanders van de verschillende ideeën.

Gedurende het afgelopen jaar stond de verzorgingsstaat centraal in het publieke debat. De coronacrisis liet de zwaktes zien van onze verzorgingsstaat en er was aanvullende steun nodig voor veel Nederlanders. Het idee omtrent onvoorwaardelijk universeel basisinkomen heeft veel aandacht gekregen. Wij beargumenteren dat dit niet de best optie is van een sociaal beleid. Het leidt uiteindelijk tot een problematische paradox. Ondanks dat een universeel basisinkomen de armoede en ongelijkheid doet afnemen en de onderhandelingspositie en vrijheid van werknemers doet toenemen. Aan de ene kant is er ofwel een zeer hoge toename, van ongeveer 25%, van het Europese BNP aan belasting voor nodig of bezuinigingen in bestaande overheidsuitgaven. Aan de andere kant leidt het tot meer marktindividualisme aangezien mensen meer geld krijgen en zij het naar eigen inzicht kunnen spenderen.


Dat is de reden dat wij pleiten voor andere, meer gerichte, beleidsmaatregelen. We zijn niet voor één ‘silver bullet’ oplossing, maar stellen een innovatieve combinatie van beleid voor waarin individuele opties elkaar versterken. Om nog specifieker te zijn betogen we dat een combinatie van uitgebreide basisdiensten, een gegarandeerde baan en recht op bijstand er het meest belovend uit ziet.
Net zoals een onvoorwaardelijk universeel basisinkomen helpt deze mix om armoede en ongelijkheid te verkleinen en de onderhandelingspositie en vrijheid van arbeiders te vergroten. Echter, in tegenstelling tot het basisinkomen leidt het niet tot meer marktindividualisme. In plaats daarvan vergroot het de sociale cohesie, omdat het gebaseerd is op een wederkerig principe waarin iedereen bijdraagt en profiteert van het algemeen welzijn.


Daar komt bij dat dit beleid meer voordelen heeft. Terwijl het onduidelijk is of een basisinkomen mensen in staat stelt om in hun behoeftes te voorzien, hebben publieke voorzieningen zich bewezen om universele toegang te geven tot de basisbehoeftes. Ook hebben fiscale stimuli en werkgelegenheidsprogramma’s bijgedragen in de daling van onvrijwillige werkloosheid, maar heeft het niet voor een complete eliminatie gezorgd. Een baangarantie heeft wel de mogelijkheid om dit te doen en genereert naast een inkomen ook een bezigheid, vaste structuur, sociaal contact, een gevoel van ertoe doen, status en identiteit. Tot slot leidt dit beleid tot een verhoging van de productiviteit door te werken aan menselijke ontwikkeling.


De voorgestelde combinatie van beleidsmaatregelen heeft ook ecologische implicaties, omdat het bijdraagt aan een eerlijke transitie. Baangaranties zullen tot meer groene banen leiden en, nog belangrijker, het neemt de noodzaak tot economische groei middels de creatie van banen weg. Uitgebreide publieke dienstverlening zal leiden tot een toename in menselijk welzijn zonder dat dit gepaard gaat met meer vervuiling. Dit laat zien dat deze twee niet hand in hand hoeven te gaan.


Tot slot zullen deze ambitieuze beleidsplannen fiscaal te realiseren zijn. Zo schatten we in dat uitgebreide basisdiensten een investering van 4% van het BNP zal vragen. Baangaranties zullen ongeveer 1 á 2 procent van het BNP zijn alhoewel het ook kostenneutraal kan zijn door lagere sociale kosten en publieke uitgaven. Het beleid kan gefinancierd worden middels hogere belastingen op vermogen, land, data, geërfd vermogen, ongezonde consumptie, financiële transities en vervuiling, aangezien dit zal bijdragen aan een eerlijkere, stabielere en meer duurzame economie.

Dit project en het rapport is een samenwerking tussen Our New Economy (ONE), Sustainable Finance Lab (SFL) & Moral Markets en wordt gefinancierd door de Goldschmeding Foundation en Templeton World Charity Foundation, Inc.

Geplaatst op

19 mei: “Baat het niet dan gaat het niet”

Workshop – SDGs in de opleiding Finance & Control

Nieuwe Economie in het hoger onderwijs. In een serie van 8 workshops krijg je als docent of lectoren inspiratie aangereikt voor de Nieuwe Economie in jouw vakgebied.
Er is op dit moment veel gaande in het hoger onderwijs in Nederland. Circulair economy, meervoudige waardecreatie, sustainable finance, new finance, business innovation, purpose economy, … en nog veel meer. Volg de hele serie of precies die workshop die jouw aanspreekt.

(let op – we werken vanaf nu met aanmelding)

Cijfers in de hoofdrol op 19 mei 2021 16:00-17:30

Studenten Finance & Control worden opgeleid om in het toekomstig beroepenveld een rol te spelen bij het sturen op organisatiedoelstellingen, het registeren en meten van de prestaties en het rapporteren, zowel intern als extern, over de resultaten in relatie tot de geformuleerde doelstellingen. De beheersing van risico’s en het naleven van regels spelen in die cyclus een belangrijk rol. In externe rapportages, lees jaarverslagen, staan vooral de cijfers in de spotlights.

Beursgenoteerde organisaties en organisaties van openbaar belang zijn met de invoering van 2014/95/EU verplicht om ook niet financiële informatie op te nemen in het jaarverslag,  zodat niet alleen de financiële resultaten maar ook andere resultaten in de spotlights staan.

“Waar is de financiële waarde creatie ten koste gegaan van waardevernietiging op andere kapitalen en welke risico’s ten aanzien van de people, planet en prosperity brengt de bedrijfsvoering met zich mee?”

Baten voor alle betrokkenen in de hoofdrol

Organisaties die op lange termijn waarde willen creëren voor alle betrokkenen kijken verder dan de cijfers. Dat betekent dat er sturing is op doelstellingen die verder gaan dan profit en waarde moeten toevoegen voor People, Planet en Prosperity. Het IR-Framework (IIRC), GRI, en ook de SDGs  zijn instrumenten die  helpen om de juiste focus te leggen.

Financials van de toekomst hebben een belangrijke rol in de missie om de SDGs te implementeren; “baat het niet dan gaat het niet” is dan het referentiepunt voor alle P’s en SDGs!

Download de presentatie


Een workshop verzorgd door Marleen Bartels-Schilt (Afstudeercoördinator Cluster Finance, docent Cluster Finance en onderzoeker at Hogeschool Inholland) en Jan Wokke (Docent Audit & Assurance, External Reporting, IFRS, Internal Control, Financial Management and Investments)

Inspiratie voor docenten en lectoren

We willen je graag inspireren met een serie toegankelijk (online) en interactieve workshops. Er is gelegenheid tot netwerken en je krijgt de meest recente inzichten van front-runners. Een heleboel gratis inspiratie voor jouw onderwijsprogramma.

Geplaatst op

Wellbeing als wake-up call voor economen

Op 15 april 2021 is Sam de Muijnck geïnterviewd bij De Nieuwe Wereld. Hierin licht hij het rapport toe dat vorige week verscheen: Towards a Wellbeign Economy.

“Waar neoklassieke economen vaak kijken naar kwesties van efficiëntie, zien zij de maatschappelijke vraagstukken over het hoofd,” stelt De Muijnck.

Dit doorgeschoten efficiëntie denken heeft een ondermijnende uitwerking op het welzijn van de samenleving. Het creëert namelijk een dynamiek waarin politieke belangen steeds opnieuw het onderspit delven tegen top-down geïmplementeerde, technocratische modellen. Hoe dichter men aanschurkt tegen die technocratische kern, hoe groter de invloed op regelgeving. “Uit statistieken blijkt dat vooral hoge inkomensgroepen invloed hebben op beleid,” constateert De Muijnck. “Dat had ik nooit gedacht vóórdat ik aan dit onderzoek begon.” Om deze ondemocratische ontwikkelingen tegen te gaan moet er dan ook meer macht komen voor de burger. Van burgerraden tot ‘corporate social audits,’ Sam de Muijnck biedt ons een kijkje in de mogelijke toekomst van onze politieke economie.

Geplaatst op

Replacing GDP by 2030

Auteur: Rutger Hoekstra
Uitgever: Cambridge University Press, 2019

Hoe kunnen we onze samenleving beter gaan richten op een welzijnseconomie? Hoeksta is expert op gebied van de statistiek. In dit boek beschrijft hij dus de transitiemogelijkheden vanuit statistisch perspectief, gericht op waar landen hun beleid op baseren: van BBP naar ‘iets anders’. Het boek bestaat uit twee delen, een eerste deel met historie en uitwerking van het BBP en de honderden alternatieven die inmiddels bestaan. Het tweede deel is veel academischer en beschrijft een uitgewerkt strategie om een instrumentarium te ontwikkelen dat een volwaardige vervanging kan zijn voor het BBP.

Waarom het bbp niet volstaat

Centraal in dit boek staan twee vragen: “hoe werd het bruto binnenlands product (BBP) ’s werelds meest invloedrijke indicator?” Maar vervolgens de vraag: “waarom blijft het nog steeds de belangrijkste maatstaf voor maatschappelijke vooruitgang, ondanks het feit dat het alom bekritiseerd wordt omdat het geen rekening houdt met welzijn of duurzaamheid?”

In het eerste deel van het boek beschrijft Hoekstra de historie van het BBP en de wijze waarop het op dit moment mondiaal werkt. Hoekstra spreekt ook enige bewondering uit voor voor de wijze waarop dit instrument nu functioneert, ondanks alle kritiek die hij hier op heeft.

En waarom de alternatieven nog niet slagen

Waarom zijn de vele alternatieven buiten het BBP er niet in geslaagd om de dominantie van het BBP effectief aan te vechten? De analyse van Hoekstra is zeer uitgebreid en hij verwijst naar een compendium waar maar liefst 900 alternatieven zijn beschreven. Kortom: er is geen gebrek aan alternatieven.

Het succes van het BBP en het gebrek aan impact van de alternatieven ligt in hun onderliggende gemeenschappen. De macro-economische gemeenschap ontstond in de nasleep van de Grote Depressie en de Tweede Wereldoorlog. Deze gemeenschap formaliseerde geen gezamenlijk taal in het systeem van nationale rekeningen (SNA). Hiermee ontwikkelde men wereldwijde terminologie waarmee men kon communiceren. De alternatieven bestaat uit een zeer divers gemeenschap dat in veel dialecten, accenten en talen spreekt.

Een strategie naar beyond GDP

Dit boek stelt vervolgens een nieuwe routekaart voor 2030 voor, waarin wordt beschreven hoe een multidisciplinaire Wellbeing and Sustainability Science (WSS) kan worden gecreëerd met een gemeenschappelijke taal, het System of Global and National Accounts (SGNA). Dit wordt een set van verschillende accounts. Je verwacht daarbij (terecht) Environment, Social, maar Hoekstra licht ook toe dat er (uiteraard) een Economic, een Distribution en een Quality account nodig is. In het laatste hoofdstuk wordt beschreven hoe deze set van accounts ook daadwerkelijk geïnstitutionaliseerd kan worden.


Maarten Nijman

Geplaatst op

Towards the Wellbeing Economy

( Nederlands onderaan)

What does it mean for public, environmental and financial policy

The world is facing a significant amount of problems. Most acutely are the coronavirus pandemic and the socioeconomic crisis it has caused. There are, however, many longer running issues, such as climate change, rising inequality, financial instability, biodiversity loss, increasingly precarious and stressful working lives, growing power concentrations, and resource depletion.

The economy is at the core of many of these issues and as a result there is a growing recognition that our economy has to be fundamentally reformed to solve these problems. This has led various thinkers and institutions, such as the OECD, to argue we are currently experiencing a paradigm shift away from neoliberalism and the focus on (GDP) growth. There is also a growing coalition of countries and organizations called the Wellbeing Economy Alliance. In the new paradigm, the wellbeing of people and the planet is put at the centre of the economy and society is organised more democratically. In this way, it concerns both a shift ideas and in power.

The shift in ideas relates to how we should think about value creation and preservation. Over the last decades (economic) success was mainly judged on the basis the level of shortterm financial gains, whether its look at GDP at the macro-level or quarterly profits at the micro-level. In the wellbeing economy, it is critical put ecological and social aspects as well as the long-term at the centre in how we define progress, for countries with a new range of indicators and for companies with integrated reporting. As such, the new paradigm is (GDP) growth ‘agnostic’ and instead focuses on sustainably creating and maintaining wellbeing, with its subjective, material, and relational aspects.

The shift in power is about ensuring that our societies function democratically. Research indicates that countries, like the US but also Germany and the Netherlands, as well as international organizations, such as the European Union, are not democratic in the sense that policy outcomes do not reflect the preferences of citizens. Business interests groups, the highly educated and the rich, on the other hand, do see their policy preferences being translated into actual policy. Because of this lack of effective democracy, policies reflect power inequalities rather than serving the wellbeing of all citizens, let alone those of future generations and nature. To achieve the wellbeing economy, citizens need to be empowered so that actual policies will reflect their informed deliberations. For this reason, local, national and regional governments should experiment with citizens’ assemblies, which bring randomly selected representative groups of citizens together to deliberate policy issues with each other, informed and supported by experts on the topic at hand. The economy can furthermore be democratized by promoting and strengthening more democratic forms of economic organization, such as community and civic organizations, cooperatives and social enterprises.

Besides exploring what this paradigm shift entails for the economy in general, this report takes a closer look at the following three fields: (1) the public sector, (2) environmental policy and (3) the financial sector.

(1) For the public sector

This paradigm shift requires us to re-appreciate the public sector and recognize its value creation and innovation capabilities. The role of the state should thus no longer be to simply facilitate and fix markets, but instead actively enable society to ensure the wellbeing of its citizens and to achieve democratically chosen missions. In contrast to neoliberal ideas, privatization and marketization often do not lead to more efficiency and in fact often create problems in terms of equity and resilience. Therefore, we need to be more cautious with privatization and marketization, and reverse past decisions.

Respect for public sector workers has declined over the last decades, but the corona crisis made us realize again that many of these jobs are essential for our society and wellbeing. Empirical studies show that these essential public workers are underpaid in comparison to what they contribute to society. Paying these workers more is not only fair, it is also efficient as it makes jobs with positive externalities more attractive.

The last decades have been characterized by a weakening of the welfare state, which has made citizens, and especially economically vulnerable groups, more precarious. To better ensure people’s wellbeing we need to renew the welfare state and seriously consider innovative ideas like a job guarantee, extending the basic services to which citizens have assured access, and less punitive and restrictive income support through benefits as right.

(2) Environmental policy

The paradigm shift leads us to challenge the way in which power structures dominate current policy-making, preventing a socially just transition. For too long we have witnessed the debates across different policy schools, driving us away from pragmatic decision making, preventing compromises. We have also failed to integrate shared perspectives of commonly valued principles such as democracy, equity and power redistribution. Because climate change will challenge the very way we organise our societies, the future of environmental policy should be politics-resilient, as well as more democratic and socially just.

Examples of such policies include an ecological tax-and-dividend which not only taxes carbon emissions but also extends to other polluting and extractive sectors, while also actively redistributing its revenue as a dividend.

It also includes active coordination and financing provided by state-led investments, embracing social industrial policy.

A final example is that of fostering user-led innovation, actively embracing a prosumer economy which provides energy autonomy while promoting the transition to a circular economy.

(3) The financial sector

In the financial sector the main goal is a change of power structure. Currently, the role of the financial sector in our society is too dominant and too big. Financial institutions are often too big to fail and the real economy is serving the financial sector instead of the other way around. The financial sector had the opportunity to get a life on its own, because a public anchor is missing and there is a lack of fundamental structural reform and hence a lot of inefficient regulation. A more supportive and facilitating financial sector is needed in order to accelerate the changes in the real economy which we desire. To get there, we need four things.

First of all, change the way money is created. From a privately held, profit driven form, to public money creation where money is brought in circulation without interest and on a debt free basis.

Secondly, a coordinated debt jubilee is needed to cope with the current debt levels. After this jubilee, prevention mechanisms have to be installed to prevent new unsustainable debt levels from building up again.

Thirdly, more diversity in the financial system is needed to distribute power and serve all forms of demand for credit. A public payment infrastructure, which gives people an alternative to banks, is a precondition for this.

Lastly, to prevent undesirable effects of complex financial products, they need to be able to show their added value to society before they are allowed through a social value test for new financial products.

To achieve the paradigm shift, changes in ideas as well as in power (in)balances are needed. This report contributes to a growing literature that focuses on changing the way we think and talk about the economy. But besides talk, action is needed. Special interests have too long been able to block reforms towards a more sustainable, social and stable economy. Therefore, we call upon citizens, companies, the media, national governments and the European Union to take action and help us move towards the wellbeing economy.

We call…

… upon citizens to become actively organised and start the shift towards democratisation;

… upon the media to speak about the wellbeing economy instead of referring continuously to GDP, as well as to distance themselves from special interest groups;

… upon the private sector, including the financial sector, to develop public-private partnerships and move to social business models;

… upon local governments to enable citizens’ assemblies and develop local circular hubs;

… upon researchers and academia to challenge the GDP hegemony as well as expand their research on pathways towards an economy of wellbeing;

… upon think tanks and NGOs to build bridges to lead the way for private and state actors to more societally-relevant roles;

… upon national governments to be cautious about privatisation and marketisation, as well as to reap the benefits of its R&D investments, pay more to essential workers, strengthen the welfare state, set benefits as a right, and decrease dependency on banks;

… and finally, upon the European Union institutions to consider a fiscal union which may enable it to tackle income inequalities, redesign the ETS and expand taxation to all types of ecological degradation, to provide industrial guidance, start with public money creation, regulate complex financial products, stop stimulating financing via debt through taxation and finally, to actively diversify the financial system.

Wat betekent het voor publiek-, milieu- en financieel beleid

De wereld heeft te maken met meerdere significante problemen. Het meest acute probleem is de gevolgen van de covid-19 pandemie en de daaruit voortvloeiende sociaaleconomische crisis. Er zijn echter vele andere problemen waar we al lange tijd mee te maken hebben. Zoals klimaatverandering, toenemende ongelijkheid, financiële instabiliteit, verlies van biodiversiteit, toenemende onzekerheid en stress op de arbeidsmarkt, groeiende machtsconcentraties en het niet duurzame grondstoffenverbruik.

De economie staat in vele opzichten centraal in deze problematiek. Hierdoor ontstaat een groeiend bewustzijn dat het economische paradigma fundamenteel hervormd dient te worden om de huidige problemen op te lossen. Dit heeft ertoe geleid dat verscheidende denktanks en instituties, zoals de OESO, beargumenteren dat er een transitie nodig is om los te komen van het huidige neoliberalisme waarbij winstmaximalisatie centraal staat. Tegelijkertijd is er ook een groeiende groep landen en organisaties die zich hebben aangesloten bij de zogeheten Wellbeing Economy Alliance. Welzijnseconomie stelt het welzijn van alle levende wezens alsmede de planeet zelf centraal binnen de economie en daarbij is de maatschappij democratischer georganiseerd. Het gaat hier dus om een verschuiving van ideeën en macht.

De verschuiving in ideeën is gerelateerd aan hoe we nadenken over de creatie en behoud van waarde. Momenteel wordt succes vooral gerelateerd aan korte termijn winst, waarbij het BBP op macroniveau leidend is en de kwartaalcijfers op microniveau de dienst uitmaken. In de welzijnseconomie gaat het om lange termijn waardecreatie waarin ecologische en sociale aspecten zijn meegenomen. Landen krijgen daarmee een nieuwe set aan indicatoren en bedrijven zouden het integrale rapporteren omarmen. Binnen het nieuwe paradigma draait het niet meer om de groei van het BBP, maar om de duurzame creatie en behoud van waarde. Deze waarde kan subjectief, materieel, relationeel en ecologisch van aard zijn.

De verschuiving gaat onze samenleving democratisch laten functioneren. Onderzoek laat zien dat landen, zoals de VS, Duitsland en Nederland en internationale organisaties (e.g. EU) niet democratisch zijn in de zin dat beleid geen reflectie is van de behoeftes van het volk. Zakelijke belangengroepen, hoogopgeleiden en kapitaalkrachtigen zijn wel in staat om hun belangen te verwezenlijken via beleid. Door het gebrek aan échte democratie is het huidige beleid een reflectie van een machtsongelijkheid in plaats van dat het algemene welzijn van alle burgers voorop stelt en in nog mindere mate rekening houdt met toekomstige generaties en de natuur. Om tot een welzijnseconomie te komen is het nodig dat burgers meer macht krijgen, zodat politiek beleid op iedereen wordt afgestemd. Op basis van deze gedachtegang moeten lokale, nationale en regionale overheidsinstellingen en bedrijven experimenteren met een burgerberaad. In zo’n raad kunnen willekeurig gekozen, representatieve, burgers  samenkomen om het beleid te bespreken, waarbij ze geïnformeerd en ondersteund worden door experts per beleidsstuk. Daarnaast kan de economie meer democratisch worden door het promoten en versterken van meer economische organisaties zoals burgerlijke organisaties, coöperaties en sociale ondernemingen.

Naast een exploratie van het effect van deze paradigmaverschuiving op de economie kijken we in dit rapport naar de volgende drie gebieden; (1) de publieke sector, (2) ecologisch beleid en (3) de financiële sector.

(1) de publieke sector

Als we kijken naar de publieke sector betekent een paradigmaverschuiving de herwaardering van deze sector, waarbij we erkennen dat deze sector waarde toevoegt en innovaties teweeg brengt. De rol van de staat zou dus niet langer slechts het faciliteren en organiseren van de markt zijn, maar ook een actieve rol nemen in het behalen van het welzijn van haar burgers en om democratisch gekozen missies te realiseren. In tegenstelling tot het neoliberale gedachtegoed leiden privatisering en marktwerking vaak niet meer tot hogere efficiëntie, maar leidt het vaak tot meer problemen in termen van gelijkheid en veerkracht. Daarom moeten we voorzichtiger zijn met dit gedachtegoed en voormalige beslissingen terugdraaien.

Het respect voor werknemers in de publieke sector is gedaald de afgelopen decennia, maar de coronacrisis heeft duidelijk gemaakt dat veel van deze banen essentieel zijn in onze samenleving en voor ons welzijn. Empirische studies tonen aan dat deze essentiële publieke werknemers onderbetaald zijn in vergelijking met wat zij toevoegen aan de maatschappij. Hogere lonen voor deze groep is daarom niet alleen eerlijk, maar het ook efficiënt aangezien het deze banen aantrekkelijker maakt.

De afgelopen decennia zijn gekarakteriseerd door een zwakkere welvaartsstaat die burgers, en voornamelijk economisch kwetsbare, onzekerheid heeft gebracht. Om het welzijn van iedereen beter te waarborgen is het nodig om deze welvaartsstaat te vernieuwen en om innovatieve ideeën zoals een baangarantie, uitgebreide onvoorwaardelijke basale dienstverlening voor burgers en minder bestraffende en beperkende inkomensversterking middels toeslagen als een recht serieus te nemen.

(2) ecologisch beleid

Voor het ecologisch beleid heeft de paradigmaverschuiving tot gevolg dat het ons uitdaagt om de manier waarop machtsstructuren het huidige beleidsmakingsproces domineert die een sociaal eerlijke transitie voorkomt te veranderen. Té lang hebben we gezien dat het debat in verschillende beleidsscholen compromissen voorkomt, zodat er geen pragmatische besluiten zijn genomen. We hebben ook gefaald om verschillende perspectieven over maatschappelijk geaccepteerde waardes te integreren, zoals democratie, gelijkheid en machtsdistributie. Aangezien klimaatverandering de manier waarop we onze samenleving inrichten zal uitdagen zal de toekomst van ecologisch beleid politiek-veerkrachtiger, democratischer en sociaal rechtvaardiger moeten worden.

Voorbeelden van soortgelijk beleid bevat ecologische subsidie- en belastingregels die verder gaan dan alleen koolstofdioxide (e.g. vervuiling, extractieve sectoren). Hierin wordt de winst actief verdeeld als een dividend.

Het omvat ook een actieve vorm van coördinatie en financiering middels overheidsinvesteringen gericht op sociaal beleid voor de industrie.

Het laatste voorbeeld is om innovatie gedreven door gebruikers te koesteren, door een ‘prosumer’ economie te omarmen. Hierin stimuleer je energie autonomie terwijl je de transitie naar circulaire economie stimuleert.

(3) de financiële sector

In de financiële sector is het voornaamste doel om de machtsstructuur te veranderen. Momenteel is het financiële systeem namelijk te dominant en te groot. Financiële instituties zijn hierin vaak te groot om in te storten en de reële economie staat ten dienste van de financiële sector in plaats van andersom. De financiële sector heeft een leven op zichzelf gekregen vanwege het ontbreken van een publiek anker en een tekortkoming in fundamentele structurele hervormingen. Hierdoor is er inefficiëntie wet- en regelgeving. Om de veranderingen in de échte wereld te realiseren die we graag willen is een transitie nodig naar een ondersteunende en faciliterende financiële sector. Dit kan middels vier zaken gebeuren.

Allereerst moeten we de manier waarop geld wordt gecreëerd veranderen. Vanuit een privaat, winst gedreven model, naar een vorm van publieke geldcreatie waarin geld schuld- en rente vrij in circulatie wordt gebracht.

Ten tweede is er een gecoördineerde ‘debt jubilee’ nodig om de huidige schuldenniveau’s te herstellen. Na dit jubileum zijn er preventieve maatregelen nodig die nieuwe onhoudbare schulden voorkomen.

Ten derde is er meer diversiteit in het financiële systeem nodig om macht beter te verdelen en om alle vormen van kredietaanvragen te dienen. Een publieke infrastructuur voor betalingen, als alternatief voor het huidige private bankenmodel, is hierbij een voorwaarde.

Tot slot, om ongewenste neveneffecten te krijgen van complexe financiële producten, moet per product aangetoond kunnen worden op welke manier het bijdraagt aan de maatschappij voordat deze op de markt kunnen komen.

Om tot de eerder genoemde paradigmaverschuiving te komen zijn er veranderingen in ideeën en in machtsverhoudingen nodig. Dit rapport draagt bij aan de groeiende literatuur die zich focust op het veranderen van de manier van denken over de economie. Maar naast gesprekken is er ook actie nodig. Speciale belangengroepen zijn te lang in staat geweest om hervormingen te blokkeren dit zouden leiden naar een duurzame, sociale en stabiele economie. Daarom roepen wij burgers, bedrijven, de media, nationale overheden en de Europese Unie op om actie te nemen die ons helpen om de transitie naar een welzijnseconomie te versnellen.

We roepen…

burgers op om actiever deel te nemen aan organisaties om de democratisering van de samenleving te versnellen;

de media op om meer te spreken over de welzijnseconomie in plaats van continu te refereren naar BBP en hem te distantiëren van speciale belangengroepen;

de private sector, inclusief de financiële sector op om publiek-private samenwerkingen te ontwikkelen en te verschuiven naar sociale bedrijfsmodellen;

lokale overheden op om de totstandkoming van burgerberaden te steunen en om lokale circulaire hubs te ontwikkelen;

onderzoekers en academici op om de BBP hegemonie uit te dagen en om hun onderzoek uit te breiden naar mogelijkheden om tot een welzijnseconomie te komen;

denktanks en NGO’s op om bruggen te bouwen die leiden geven aan private en publieke actoren om meer sociaal-relevante rollen te verwezenlijken;

nationale overheden op om voorzichtiger om te gaan met privatisering en marktwerking, om de opbrengsten van haar R&D investeringen niet volledig weg te geven, haar essentiële werknemers beter te belonen, de verzorgingsstaat te vernieuwen, en om haar afhankelijkheid van banken af te laten nemen;

… en tot slot, instituties van de Europese Unie op om een fiscale unie te overwegen die mogelijk in staat zijn om inkomensongelijkheid kunnen aanpakken, het EU ETS te herontwerpen en om meer belasting te heffen over alle vormen van ecologische degradatie. Ook vragen we hen om meer richting te geven aan de industrie, te beginnen met publieke geldcreatie, het reguleren van complexe financiële producten, het stoppen van stimuleren van financiering via schuld middels belasting en tot slot om het financiële systeem meer divers te maken.

Geplaatst op

29 April: Renewing the welfare state

( Nederlands onderaan)

Over the last year the welfare state has been at the core of public debates as the coronavirus pandemic revealed existing weaknesses and required additional support for people. Various innovative ideas, such as an unconditional universal basic income, job guarantee and universal basic services, today seem less radical and utopian than they used to be. But should we put our faith fully in one of these options, seeing it as a silver bullet solution to all of our problems? Or should we, instead, advocate for an innovative combination that brings together the strengths of different ideas?

Sam de Muijnck, chief economist of Our New Economy and chairman of the Think Tank of young economists of the Future Markets Consultation led by former Dutch Prime Minister prof. Jan Peter Balkenende and prof. Govert Buijs, argues for the latter. More specifically, in a new report he argues a combination of extended basic services, a job guarantee and benefits-as-a-right seems most promising. (https://www.moralmarkets.org/futuremarketsconsultation/)

On April 29th 7 pm (CET), he will present the report, followed by a panel discussion of proponents of the various ideas.

In the panel

Andrew Percy (Co-Director of the Universal Basic Services Network at the UCL Institute for Global Prosperity).

Warren Mosler (key proponent of the job guarantee and Modern Monetary Theory).

Louise Haagh (professor at the University of York, Chair ‘Emeritus’ of the Basic Income Earth Network and author of The Case for Universal Basic Income).

This project and event is a collaboration between Our New Economy (ONE), Sustainable Finance Lab (SFL) & Moral Markets and is funded by the Goldschmeding Foundation and Templeton World Charity Foundation, Inc. 

Schedule: April 29th 2021

  • 19.00: Opening by moderator David van Overbeek
  • 19.05: Presentation report Renewing the welfare state by Sam de Muijnck
  • 19.20: Panel with Warren Mosler, Andrew Percy & Louise Haagh
  • 19.55: Closing by moderator David van Overbeek
  • 20.00: End

Vernieuwing van de verzorgingsstaat

Het afgelopen jaar heeft de verzorgingsstaat een centrale rol gespeeld in het publieke debat, omdat het coronavirus bestaande zwaktes liet zien en er hoognodige additionele ondersteuning nodig was voor de bevolking. Verscheidene innovatieve ideeën, zoals een onvoorwaardelijk universeel basisinkomen, baanzekerheid en universele basale dienstverlening, worden momenteel als minder radicaal en utopisch gezien dan voorheen. Maar moeten we onze hoop wel vestigen op één van deze oplossingen en het als het Ei van Columbus zien? Of moeten we ons hard maken voor een innovatieve combinatie die de krachten van verschillende ideeën samenbrengt? 

Sam de Muijnck, hoofdeconoom bij Our New Economy (ONE) en voorzitter van de denktank van jonge economen bij de Future Markets Consultation geleid door voormalig minister-president prof. Jan Peter Balkenende en prof. Govert Buijs, kiest de laatste optie. Nog specifieker, middels een nieuw rapport beargumenteert hij dat een combinatie van een uitgebreide vorm van basisdienstverlening, baanzekerheid en benefits-as-a-right als de oplossing met het grootste potentieel.

Op 29 april om 19:00 (CET) presenteert Sam zijn rapport, gevolgd door een paneldiscussie met voorstanders van de verschillende ideeën.

In het panel

Andrew Percy (Co-Director of the Universal Basic Services Network at the UCL Institute for Global Prosperity).

Warren Mosler (key proponent of the job guarantee and Modern Monetary Theory).

Louise Haagh (professor at the University of York, Chair ‘Emeritus’ of the Basic Income Earth Network and author of The Case for Universal Basic Income).

Dit project en event is een samenwerking tussen Our New Economy (ONE), het Sustainable Finance Lab (SFL) en Moral Markets. Het is gefinancierd door de Goldschmeding Foundation and Templeton World Charity Foundation, Inc. 

Programma: 29 April 2021 Deel 1

  • 19.00: Opening door moderator David van Overbeek
  • 19.05: Presentatie rapport Renewing the welfare state door Sam de Muijnck
  • 19.20: Panel met Warren Mosler, Andrew Percy & Louise Haagh
  • 19.55: Afsluiting door moderator David van Overbeek
  • 20.00: Einde

Het event zal in het het Engels zijn vanwege de internationale gasten

Bestaanszekerheid in de context van de polder

In het tweede deel van de avond verlegt Gijsbert Vonk, hoogleraar socialezekerheidsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, de aandacht naar Nederland. Hoe kunnen we kijken naar bestaanszekerheid in de context van de polder? Wat is er al mogelijk vanuit de Participatiewet als het gaat om een nieuw perspectief op werken? Na een inleiding van Vonk sluiten we dit deel af met een open discussie over waardevol werken in Nederland. Deze avond is de eerste bijeenkomst van een reeks evenementen in georganiseerd in samenwerking met Divosa, Movisie en Sociale Vraagstukken. De volgende evenementen zijn op 20 mei, 3 juni en 17 juni. Meer informatie hierover volgt later.

Programma: 29 April 2021 Deel 2

20.00-21.00 Nederlandstalig in samenwerking met Divosa, Movisie en Sociale Vraagstukken

20.00: Opening door Marcel van Druenen

20.05: Presentatie over de Nederlandse sociale zekerheid door Gijsbert Vonk

20.25: Open discussie over waardevol werken in Nederland

21.00: Einde

Geplaatst op

14 april: Een duurzaam geldsysteem – pure noodzaak voor een duurzame toekomst!

Nieuwe Economie in het hoger onderwijs. In een serie van 8 workshops krijg je als docent of lectoren inspiratie aangereikt voor de Nieuwe Economie in jouw vakgebied.
Er is op dit moment veel gaande in het hoger onderwijs in Nederland. Circulair economy, meervoudige waardecreatie, sustainable finance, new finance, business innovation, purpose economy, … en nog veel meer. Volg de hele serie of precies die workshop die jouw aanspreekt.

(let op – we werken vanaf nu met aanmelding)

De workshop op 14 april 2021 16:00-17:30

Kate Raworth vertelt in haar boek Donuteconomie: ‘Als het om geld gaat, leven we in een monocultuur. Een monocultuur die zo vertrouwd en gevestigd is dat we – zoals vissen in het water – ons er nauwelijks bewust van zijn. Het geld dat we kennen, is gebaseerd op slechts één van de vele denkbare valutaontwerpen. … Er zijn veel opties om geld opnieuw te ontwerpen.’

Deze workshop laat de deelnemers kennismaken met de kracht van geld als transitie-instrument. Aan de hand van bestaande praktijkvoorbeelden, krijg je in 1,5 uur een spoedcursus over één van de krachtigste knoppen om aan te draaien om als samenleving van koers te veranderen.

Heidi Leenaarts en Eric van Veluwen nemen je mee in de wereld van het circulaire geld:

  • De enorme invloed die geld heeft in onze wereld
  • De betekenis en werking van circulair geld
  • De dagelijkse praktijk van United Economy
  • Hoe circulair geld (duurzame) bedrijven sterker maakt
  • Hoe circulair geld de duurzame transitie versnelt

Ook gaan we in op coöperatieve financiering (zonder rente) en op de wisselwerking tussen systeem- en mindsetverandering. 

Deze workshop is tegelijk een onderzoekslab. Samen onderzoeken we hoe (het ontwerp van) geld van invloed is op de verschillende SDG’s (Sustainable Development Goals).

Downloaden

De slides van de workshop van Heidi en Eric kun je hier downloaden.


Een workshop verzorgd door Eric van Veluwen (directeur Cultuur- en Congrescentrum Antropia) en Heidi Leenaarts (initiatiefnemer en bestuurslid coöperatie United Economy, auteur, circulair adviseur gemeente Amsterdam)

Inspiratie voor docenten en lectoren

We willen je graag inspireren met een serie toegankelijk (online) en interactieve workshops. Er is gelegenheid tot netwerken en je krijgt de meest recente inzichten van front-runners. Een heleboel gratis inspiratie voor jouw onderwijsprogramma.

Geplaatst op

12 April: Towards the Wellbeing Economy

(Nederlands onderaan)

The world faces a great number of challenges, from the immediate Covid-19 pandemic and the more long-term – but no less urgent – climate crisis and ecological breakdown, to growing inequality, insecurity, and social polarisation. The ideas of yesterday no longer provide the solutions for the problems we face today. As a result, we are living through a twice-in-a-century change in economic thinking and policy making, also known as a paradigm shift: we are moving away from neoliberal market ideas and a focus on narrow economic growth, towards an economy centred on enhancing human wellbeing in a sustainable, equitable and resilient way – also known as the Wellbeing Economy.

Think Tank of Young Economists

The Think Tank of young economists, of the Future Markets Consultation led by former Dutch Prime Minister prof. Jan Peter Balkenende and prof. Govert Buijs, has investigated how we can move towards the Wellbeing Economy. The young economists, Sam de Muijnck, Elisa Terragno Bogliaccini and Jim R. Surie, furthermore explored what the paradigm shift means for the public sector, financial sector and environmental policy. 

On April 12th 7 pm (CET), they will present the report and receive a short reaction from Jan Peter Balkenende at an online event organized in collaboration with Pakhuis de Zwijger. After this, there will be a panel discussion with distinguished young economists from different European countries. The event closes with the award ceremony of the essay contest for students and young scholars of the Future Markets Consultation

In the panel

Philippa Sigl-Glöckner is the director of the German economic think tank Dezernat Zukunft. Previously she worked as an economist for the German and Liberian Ministries of Finance, the World Bank and the Deutsche Bundesbank.

Amanda Janoo is the Knowledge and Policy Lead for the Wellbeing Economy Alliance (WEAll). Amanda worked for the United Nations and the African Development Bank. As a Fulbright researcher, she explored the relationship between international trade and informal employment.

This project and event is a collaboration between Our New Economy (ONE), Sustainable Finance Lab (SFL) & Moral Markets and is funded by the Goldschmeding Foundation and Templeton World Charity Foundation, Inc.

Schedule: April 12th 2021

  • 19.00: Opening by moderator David van Overbeek
  • 19.05: Presentation report Towards the Wellbeing Economy by Sam de Muijnck, Elisa Terragno Bogliaccini & Jim R. Surie
  • 19.25: Reaction by Jan Peter Balkenende
  • 19.35: Panel with Philippa Sigl-Glöckner & Amanda Janoo
  • 20.00: Award ceremony essay contest by Jan Peter Balkenende
  • 20.10: End

Sign up (closed)

Op naar de welzijnseconomie

De wereld heeft te maken met een groot aantal uitdagingen, waarbij Covid-19 de meest actuele is maar, zeker niet minder urgent, hebben we ook te maken met een klimaatcrisis, ecologisch verval, groeiende ongelijkheid, onzekerheid en sociale polarisatie. De ideeën van gisteren zijn niet langer voldoende om deze hedendaagse problemen op te lossen. Dit resulteert in een noodzakelijke verandering in ons economisch denken en handelen; beter bekend als een paradigmaverschuiving. In deze veranderingen laten we het traditionele neoliberale marktdenken los, waarbij economische groei en winstmaximalisatie centraal staat en bewegen we naar een een economie waarin het welzijn van mensen in een duurzame, gelijkwaardige en veerkrachtige manier centraal staat. Dit noemen we een welzijnseconomie.

Denktank van jonge economen

Een denktank van een selecte groep jonge economen heeft, onder leiding van voormalig minister-president prof. Jan Peter Balkenende en prof. Govert Buijs onder de naam ‘Future Markets Consultation’ onderzocht hoe we de transitie naar een welzijnseconomie kunnen maken. Deze jonge economen, Sam de Muijnck, Elisa Terragno Bogliaccini en Jim Richard Surie hebben hierin specifiek gekeken naar de publieke sector, klimaatbeleid en de financiële sector.

Op 12 april om 19:00 (CET) presenteren zij hun uitkomsten live in Pakhuis de Zwijger te Amsterdam aan Jan Peter Balkenende tijdens een webinar. Na deze presentatie zullen een aantal uitgekozen jonge economen uit diverse landen ingaan op de uitkomsten. Tot slot zal er een uitreikingsceremonie zijn voor de essaywedstrijd die gehouden is onder studenten en jong-werkenden onder 35 jaar.

In het panel

Philippa Sigl-Glöckner is de directeur van de Duitse economische denktank Dezernat Zukunft. Eerder werkte zij als econoom voor de Duitse en Liberiaanse ministeries van financiën, de Wereldbank en de Deutsche Bundesbank.

Amanda Janoo is de Knowledge and Policy Lead voor de Wellbeing Economy Alliance (WEAll). Amanda werkte voor de Verenigde Naties en de Afrikaanse Ontwikkelingsbank. Als Fulbright-onderzoeker onderzocht ze de relatie tussen internationale handel en informele banen.

Dit project en event is een samenwerking tussen Our New Economy (ONE), het Sustainable Finance Lab (SFL) en Moral Markets. Het is gefinancierd door de Goldschmeding Foundation en Templeton World Charity Foundation, Inc.

Programma: 12 April 2021

  • 19.00: Opening door moderator David van Overbeek
  • 19.05: Presentatie rapport Towards the Wellbeing Economy door Sam de Muijnck, Elisa Terragno Bogliaccini & Jim R. Surie
  • 19.25: Overhandiging rapport en reactie Jan Peter Balkenende
  • 19.35: Panel met Philippa Sigl-Glöckner & Amanda Janoo
  • 20.00: Prijsuitreiking essaywedstrijd door Jan Peter Balkenende
  • 20.10: Einde

Het event zal in het het Engels zijn vanwege de internationale gasten

Aanmelden (gesloten)

Geplaatst op

Winst voor iedereen – Progressief kapitalisme in een tijd van onvrede

Auteur: Joseph Stiglitz
Uitgever: Athenaeum

Joseph Stiglitz is hoogleraar economie aan Columbia University.  Van 1997 tot 2000 was hij hoofdeconoom bij de Wereldbank waar hij regelmatig kritiek op het beleid van de bank ventileerde.  In 2001 ontving hij de Nobelprijs voor de Economie en in 2002 werd hij bekend bij een breed publiek met een kritische publicatie over de negatieve gevolgen van globalisering.

In het eerste deel van ‘Winst voor iedereen’ besteed Stiglitz veel aandacht aan een weerlegging van de neoliberale dogmatiek binnen de economische wetenschap. Hij wijst op haar medeplichtigheid bij het optuigen en legitimeren van een mondiaal economisch systeem dat mens, dier en planeet meedogenloos uitbuit. Volgens Stiglitz is het gedachtegoed van het merendeel van de neoliberale economen oppervlakkig, theoretisch makkelijk te weerleggen, en als je naar de uitkomsten van politieke experimenten met neoliberale ideeën kijkt, overduidelijk verkeerd. Dat geldt bv. voor de doordruppeleconomie, de laffercurve en het idee dat aandeelhoudersmaximalisatie ten goede zou komen aan allen.

Ook laat hij zien dat verschillen in ongelijkheid, duurzaamheid, vrijheid, alfabetisme, gezondheid en zelfs geluk de uitkomst zijn van politieke keuzes. Er is geen kapitalistische natuurwet die zegt dat groei meer ongelijkheid vereist, zoals de friedmanianen in het kabinet van Trump beweren. Sterker nog: hoe gelijker een land, hoe hoger de groei op langere termijn.

Stiglitz pleit voor een sterke overheid. Markten falen veel vaker dan de neoliberalen toegeven en daarom is er ook meer overheid nodig om dat falen te voorkomen. Overheidsinterventies leveren  een grotere en positievere bijdrage aan het algemeen belang dan de neoliberalen erkennen.

In het tweede deel van het boek werkt Stiglitz een reeks beleidsvoorstellen voor een progressief kapitalisme uit. Naar zijn idee moet de overheid een actieve rol spelen bij het vergroten van de arbeidsdeelname. Werkplekken kunnen bv. ingericht worden op oudere werknemers door de werkplekken flexibeler te maken. De participatie zou ook groter kunnen worden als de beroepsbevolking gezonder is. Verder vindt Stiglitz het van essentieel belang dat er van overheidswege grootschalig wordt geïnvesteerd in onderzoek, zeker in fundamenteel onderwijs, en in het soort onderwijssysteem dat de groei van de kennis kan bevorderen. De overheid zou ook een actief arbeidsmarktbeleid moeten voeren om mensen te scholen voor nieuwe banen en moeten zorgen voor volledige werkgelegenheid, zelfs als daar een toename van de overheidsuitgaven of een verlaging van de belastingen voor nodig zou zijn.

Stiglitz pleit in zijn boek daarnaast voor publieke kinderopvang, hogere werkloosheidsuitkeringen, betere arbeidsomstandigheden en meer arbeidszekerheid, grote infrastructurele investeringen, het garanderen van ‘een goede publieke optie’ in huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs, en grondbelastingen, kapitaalbelastingen, CO2-belastingen en financiële transactiebelastingen.

Deze maatregelen moeten van de Verenigde Staten een verzorgingsstaat naar Zweeds of Noors model maken. Dat is volgens Stiglitz financieel goed haalbaar: de baten wegen ruimschoots tegen de kosten op. Het voorbeeld van Zweden en andere verzorgingsstaten leert dat duurzaamheid en gelijkheid niet hoeven worden ingeruild tegen economische groei. Sterker, hoe duurzamer en hoe gelijker, hoe robuuster de economische groei op de lange termijn.


Fred Verbeek