Geplaatst op

Replacing GDP by 2030

Auteur: Rutger Hoekstra
Uitgever: Cambridge University Press, 2019

Hoe kunnen we onze samenleving beter gaan richten op een welzijnseconomie? Hoeksta is expert op gebied van de statistiek. In dit boek beschrijft hij dus de transitiemogelijkheden vanuit statistisch perspectief, gericht op waar landen hun beleid op baseren: van BBP naar ‘iets anders’. Het boek bestaat uit twee delen, een eerste deel met historie en uitwerking van het BBP en de honderden alternatieven die inmiddels bestaan. Het tweede deel is veel academischer en beschrijft een uitgewerkt strategie om een instrumentarium te ontwikkelen dat een volwaardige vervanging kan zijn voor het BBP.

Waarom het bbp niet volstaat

Centraal in dit boek staan twee vragen: “hoe werd het bruto binnenlands product (BBP) ’s werelds meest invloedrijke indicator?” Maar vervolgens de vraag: “waarom blijft het nog steeds de belangrijkste maatstaf voor maatschappelijke vooruitgang, ondanks het feit dat het alom bekritiseerd wordt omdat het geen rekening houdt met welzijn of duurzaamheid?”

In het eerste deel van het boek beschrijft Hoekstra de historie van het BBP en de wijze waarop het op dit moment mondiaal werkt. Hoekstra spreekt ook enige bewondering uit voor voor de wijze waarop dit instrument nu functioneert, ondanks alle kritiek die hij hier op heeft.

En waarom de alternatieven nog niet slagen

Waarom zijn de vele alternatieven buiten het BBP er niet in geslaagd om de dominantie van het BBP effectief aan te vechten? De analyse van Hoekstra is zeer uitgebreid en hij verwijst naar een compendium waar maar liefst 900 alternatieven zijn beschreven. Kortom: er is geen gebrek aan alternatieven.

Het succes van het BBP en het gebrek aan impact van de alternatieven ligt in hun onderliggende gemeenschappen. De macro-economische gemeenschap ontstond in de nasleep van de Grote Depressie en de Tweede Wereldoorlog. Deze gemeenschap formaliseerde geen gezamenlijk taal in het systeem van nationale rekeningen (SNA). Hiermee ontwikkelde men wereldwijde terminologie waarmee men kon communiceren. De alternatieven bestaat uit een zeer divers gemeenschap dat in veel dialecten, accenten en talen spreekt.

Een strategie naar beyond GDP

Dit boek stelt vervolgens een nieuwe routekaart voor 2030 voor, waarin wordt beschreven hoe een multidisciplinaire Wellbeing and Sustainability Science (WSS) kan worden gecreëerd met een gemeenschappelijke taal, het System of Global and National Accounts (SGNA). Dit wordt een set van verschillende accounts. Je verwacht daarbij (terecht) Environment, Social, maar Hoekstra licht ook toe dat er (uiteraard) een Economic, een Distribution en een Quality account nodig is. In het laatste hoofdstuk wordt beschreven hoe deze set van accounts ook daadwerkelijk geïnstitutionaliseerd kan worden.


Maarten Nijman

Geplaatst op

Fantoomgroei

Auteur: Sander Heijne en Hendrik Noten
Uitgeverij: Atlas Contact, 2020

“Dit boek is een zoektocht naar een nieuw verhaal over een economie voor een andere, betere wereld. En als we die wereld kunnen schetsen, willen we haar ook realiseren. Dat, en niets minder, is de ambitie van deze vertelling.”

De economie groeit, maar wij merken daar weinig van

Met deze stellingname is duidelijk dat Heijne en Noten impact willen hebben met hun boek. De kernboodschap van het boek is dat de economie wel groeit maar dat het niet de levens van mensen beter maakt. Dit is het startpunt, gebaseerd op een onderzoek van de Rabobank. Daaruit blijkt dat inkomens de afgelopen 40 jaar vrijwel stagneren terwijl economie groeit. Heijne en Noten beschrijven vervolgens hoe dit heeft kunnen gebeuren, inclusief de (politieke) geschiedenis achter dat verhaal. Ze laten zien hoe de economie aanvankelijk een politieke wetenschap was, waarvan het doel was de ‘welvaart van naties’ (Adam Smith) te vergroten. Maar vanaf het eind van de 19e eeuw veranderde het in een economie zich is gaan bedienen van wiskundige modellen die zogenaamd objectief, waardenvrij en apolitiek zouden zijn

Wat klopt er dan niet?

Heijne en Noten willen de rechtvaardigheid terug als belangrijk criterium, en gaan op zoek naar een nieuw verhaal, naar een herziening van het denken over de economie. Ze lopen de voorbeelden langs waaruit we kunnen opmaken dat er iets niet klopt: de grote maatschappelijke tegenstellingen tussen hoogopgeleide tweeverdieners en bijstandsmoeders, de beroerde arbeidsomstandigheden van schoonmakers en de zoektocht naar onze lonen in verhouding tot de groei van onze economie.

Het boek bespreekt ook voorbeelden hoe het wél kan, van een nu welvarende eilandgemeenschap in Denemarken tot een Italiaanse coöperatieve sector. Ze pleiten bovendien voor het afschaffen van het Bruto Binnenlands Product (BBP) als indicator voor onze welvaart. En ze zijn voorstander van de Green New Deal.

Fantoomgroei is een goed geschreven en interessant boek, vooral in de analyse van de oorzaken van de achterblijvende inkomens, en de beschrijving van de economische ontwikkeling die tot dat achterblijven heeft geleid.


Maarten Nijman